In gesprek

Onderzoeksboek, 2020

Dit is een short story. Short stories zijn geconcentreerde reflecties die ruimte geven aan de vragen, dialogen en ontmoetingen die ons werk beïnvloeden.

In de zomer van 2020 had het architecturaal onderzoeksduo ISLANDS (Emma Filippides en Benjamin Rea) een reeks gesprekken met Armand Eeckels en Halewijn Lievens, oprichters en vennoten van NU.

Het doel van deze gesprekken was om het werk en de processen van het bureau onder de loep te nemen, af te tasten en nieuwe reflecties teweeg te brengen. In een poging de oorsprong en beweegredenen van NU architectuuratelier beter te leren kennen, spitte ISLANDS een tijd lang door het digitale projectarchief. Tussen zeeën van technische tekeningen, referenties, foto’s, schetsen en presentatiedocumenten, maakten ze een selectie van beeldmateriaal die de individuele projectverhalen overstijgt. De visuele combinaties werden behandeld als thematische suggesties, die uitnodigden tot een diepgaande en intuïtieve discussie in de gesprekken die volgden.

Fragment uit het gesprek over ‘schaal en relatie’:

Islands: Het is interessant om na te denken over bouwen met een idee van vergankelijkheid, of als een assemblage van objecten met hun eigen interne logica. We hebben deze redenering met grote belangstelling gezien in enkele van jullie grotere projecten, waar het lijkt alsof zware tektonische elementen zijn gerangschikt en bovenop meubilair zijn geplaatst. Plotseling wordt iets dat normaal erg tijdelijk is, de fundering van een gebouw.

We hebben vooral genoten van het idee van de gevel van het gebouw die bovenop een bank zit in AZ Jan Portaels.

Halewijn: De bank is een andere rode draad in onze projecten. We denken graag in termen van ‘de bank’.

Armand: We vinden het leuk dat de bank deel uitmaakt van zowel de interne als de externe architectuur. Je krijgt zo echt het gevoel dat je op het gebouw zit.

Halewijn: Het is voor ons een manier om fysiek contact tussen mensen en het gebouw te faciliteren. De bank is een gemakkelijk middel om dat te doen.

Islands: We zien een overeenkomst in het gebruik van trappen, wat eigenlijk heel interessant is. Trappen die balanceren bovenop gegoten meubelstukken. We zagen dit in twee of drie huizen.

Armand: We spelen inderdaad veel met trappen.

Halewijn: Nogmaals, het zijn niet echt meubels, maar eerder iets dat bemiddelt tussen je lichaam en het gebouw. We werken graag met die fysieke relatie. Het is meer dan iets decoratiefs.

Armand: Kijk naar Kessel-Lo. Het gebouw was vroeger een klein appartementsgebouw en we hebben het verbouwd tot een woning. Er is nu een centraal trappenhuis en we hebben twee verdiepingen opengemaakt om een gemeenschappelijke leefruimte over de twee niveaus te creëren. We moesten de tweede trap in de woonruimte plaatsen, maar we wisten echt niet waar. Hij kwam in het raam terecht, waar je een trap nooit zou verwachten. Toen werd het zoeken naar een manier om de trap zo licht mogelijk te maken. Het is een mooie uitdaging om de grenzen op te zoeken van hoe fragiel je een trap kunt maken.

Islands: Als we naar een aantal van deze drempelruimtes kijken, zijn we geïnteresseerd in hoe jullie ideeën over permanente meubelelementen zijn ingebed in de manier waarop jullie het landschap in de projecten aanpakken.

Armand: Het is zeker ingebed – al wordt het soms niet zo goed begrepen, zelfs niet door onze klanten. Zo maakten we voor een project betonnen banken langs fietspaden. Sommige mensen dachten alleen maar aan het feit dat als je een massief stuk beton giet, het nooit meer weggaat. En ja, na twee eeuwen wordt het misschien een ruïne, maar het kan dan nog steeds als bankje gebruikt worden.

Halewijn: Het fungeert ook als een anker waarrond de activiteit zich kan centraliseren. Een punt van intensiteit. Stel je voor dat je ergens in het bos aankomt waar er twee grote rotsen liggen en er een boom is omgevallen. Als je die ruimte zou moeten gaan organiseren, dan zouden die drie basiselementen dat zwaar beïnvloeden. Maar je moet ook een manier bedenken om het je eigen te maken, om deze dingen te vertalen in een gebruik. Ik heb die ‘anker’-ideeën altijd wel ergens in mijn achterhoofd, maar het is belangrijk dat ze niet stug zijn. Het moet altijd onderzoekend blijven.

Je kan een digitaal exemplaar van het ‘In Gesprek’-boek hier downloaden (ENG).